Arnold Muykens moet in 1520 een hertogcijns betalen voor een 20½ voet (= 5,90 m) breed perceel. Dit is de breedte van het huidige pand inclusief de beide zijmuren. Hij betaalt ook voor het rechter buurpand. Er zijn echter geen aanwijzingen dat beide panden met elkaar in verbinding stonden. Het pand bezat in de 16de eeuw meerdere kruisvensters in de rechter zijgevel van het achterhuis. Deze keken uit op het achtererf van de buurpanden. De zijgevel dateert gezien de steenformaten ook uit de 16de eeuw, evenals een sleutelstuk met een bijzondere profilering. De tussenmuur van het voorhuis met het rechter buurpand is echter ouder, zodat er sprake moet zijn van een verlenging van het pand. De kelder die nu alleen onder het voorste gedeelte van het huis aanwezig is, maar vroeger verder naar achteren doorliep, heeft een gewelf dat later is, mogelijk 17de-eeuws. De kelder is van binnenuit toegankelijk. Er bevindt zich een waterput. In de kamer achter de nu verdwenen dwarsmuur zijn in de 17de eeuw balkconsoles aangebracht. Deze achterkamer kreeg licht via de kruiskozijnen. Tegen de rechter zijmuur zal een stookplaats hebben gezeten. Vermoedelijk had deze ruimte in de 16de eeuw en later een woonfunctie. Bij een 18de-eeuwse verbouwing zijn de kap en de gevels vernieuwd, zodat de 16de-eeuwse situatie niet verder bekend is. | 422 |
1910 | A.J.B. Lambermont (mr. kleermaker) |
1919 | A.J.B. Lambermont (particulier) |
1928 | M. van Liempt |
1943 | M. van Liempt (stucadoor) - H.C.M. Sisken (winkelbed. confectiezaak) |
1875 | J.F. Beks (mr. metselaar) |
1875 | J. van Dongen (tapper) |
1881 | J.F. Beks (mr. metselaar) |
1908 | A.J.B. Lambermont (kleermaker) |
2005 | ? (Angelica Art) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 46